Over Lidewij (1983 -1992), de dochter van Henk: Ik wilde haar belonen met een bezoek aan Artis, dat ik al lang had beloofd, maar haar herstel van de dagbehandeling vergde meer tijd dan gewoonlijk. Toen we eindelijk konden vertrekken, liep het al tegen twaalven. Voor Artis te laat. Het begon ook stevig te regenen. Met… Lees verder De witte jurk
Romeinse brug Tungelroy
Mij raakten in dit oord, door de Muzen vergeten, geen zee van klaprozen, geen ster aan de hemel, totdat Crescentia in de schaduw van gindse bomen haar roomzachte dijen openvouwde en mij, door heimwee gekweld, als terloops naar de warmte stuurde van haar gulden schede en tuchteloos opkroop naar mijn tong. Ik ben geen stoïcijn.… Lees verder Romeinse brug Tungelroy
Mijn lyriek
Voor mij staat op mijn schrijftafel een zwart gelakt metalen doosje, op het deksel een magnetisch plaatje met de tekst: Education is not the filling of a pail, but the lighting of a fire (W.B.Yeats), onlangs uit Dublin voor mij meegebracht door Miriam, mijn spirituele vriendin, zandverstuivend jong. Het doosje is gevuld met zwarte inktpatronen.… Lees verder Mijn lyriek
Waar eens sperziebonen groeiden
Henk is opgegroeid in Nederlands Putte, vlakbij de Belgische grens. Dit verhaal is vermoedelijk gebaseerd op zijn jeugd. Hij was in 1956 zestien jaar oud. Augustus 1956. Het is tussen vijf en zes in de morgen. De bonenplukkers hebben zich op afspraak verzameld aan de voordeur van de Blauwe Hoeve. Een kruispunt van wegen, richting… Lees verder Waar eens sperziebonen groeiden
Elke stad heeft haar prehistorie
Hemel en aarde werken samen opdat al wat geweest is ontwortelt en tot stof vergaat. Alleen de dromers, die met open ogen dromen, roepen de schaduwen van het verleden terug en vlechten netten uit ongesponnen draden. (Isaac Bashevis Singer: De Spinoza van Market Street) Het is uitgesloten dat de Campiniërs- zo noem ik gemakshalve de… Lees verder Elke stad heeft haar prehistorie
De haarvaten van de wrok
Aan zijn ziel kleeft het bloed van pasgeboren baby’s, een eeuwig durend merkteken, op zijn conduitestaat prijken de ruïnes van Grozny, Aleppo en nu Marioepol, de patriarch van Moskou noemt hem een Godsgeschenk Onder opgeblazen wijken een geknakte roos, een bebloede knuffel, de vergeefse greep van een moederhand, afgedekt met een geroepen laken, matroesjka’s liggen… Lees verder De haarvaten van de wrok
Annex, een soort mythe
Ooit dreef ik achter een rij van kruis-gekalkte bomen Galerie Het Gulzige Doek, waar beelden ongetemd hun intrek namen. Men was weerbarstig, beloofde veel, de wanden schuwden de satire niet. Geliefden bloeiden welig, speelden kunst en tuin en honger naar. Lange tijd meanderde men weg van deze bronnen, men golft en bridget en laat zich… Lees verder Annex, een soort mythe
Ballet, een loflied op Renée
Op een vloer die voelt als koper teken jij beweging tot vloeibare beleving uit. Op de maat van fijn ingeslepen ritmen, dansen kinderen, broos en haast doorzichtig, naar hun graad van tederheid en parel zijn en wanneer zij als glimmende elfen naar jouw hand een rozenblad weven, draait een werveling, een tweede vonk, hun afgelijnde… Lees verder Ballet, een loflied op Renée
Alcman
Het zal niet lang meer duren, meisjes die met honingzoet lokgezang mij verleiden, dat mijn benen me nog dragen kunnen. Ik heb helaas niets van een ijsvogelmannetje, de purperen minnaar van de lente. Hem voeren vrouwtjes mee over de bloemknoppen van de golven en laten hem voluit zwieren met een hart zonder vrees voor doodsgevaar.… Lees verder Alcman
3 haiku’s
haar ogen brachten vaak zijn gedichten op smaak tot zij anders koos de warme golven van mijn liefde braken op een basalten hart de oude tuinman verzuchtte: naaktslakken zijn mijn enige naakt Mijn ideaal blijft te schrijven met de bedoeling het beste dat ik heb te delen zonder iets achter te houden… Lees verder 3 haiku’s