Het zal niet lang meer duren, meisjes die met
honingzoet lokgezang mij verleiden, dat mijn
benen me nog dragen kunnen. Ik heb helaas
niets van een ijsvogelmannetje, de purperen
minnaar van de lente. Hem voeren vrouwtjes
mee over de bloemknoppen van de golven
en laten hem voluit zwieren met een hart
zonder vrees voor doodsgevaar.
Alcman – 7e eeuw v.Chr.